
‘Wil je een column schrijven over Advent in coronatijd?’ Voordat ik ‘ja’ zei dacht ik wel even na. Verzand je bij zo’n onderwerp niet gauw in de discussie over wat God met de pandemie heeft bedoeld?
Nu hoor ik niet bij de mensen die schijnen te weten dat de ziekte een straf van God is, want we kunnen niet in Gods agenda kijken. Toch geloven we wel dat er niets buiten God om gaat. Wie dan eerlijk in de spiegel kijkt kan bepaalde vragen niet ontlopen. Zoals of we als mensheid de aarde niet zo hebben uitgebuit, en ons samenleven niet zo hebben ingericht dat verstoringen als dergelijke ziekten kunnen ontstaan. Of meer persoonlijk: hoe en waarvoor we zelf leven.
Het virus zet in ieder geval ons leven behoorlijk op z’n kop, legt ons beperkingen op, voelt ons aan de tand, ook in Adventstijd. Het latijnse woord Adventus betekent ‘komst’ of ‘het komen van’. Behalve de eerste komst op aarde van Jezus Christus als de beloofde Zoon van God wordt er ook onder begrepen Zijn wederkomst. Dat gelooft de kerk van alle tijden. Bewust bezig zijn met Advent houdt in dat je je voorbereidt op die komst. Kerst roept bij de meeste mensen, versterkt door de corona-ellende, het verlangen op naar de ouderwetse gezelligheid van thuis zijn, samen zijn, je terugtrekken met je dierbaren in je vertrouwde omgeving, met licht en gezelligheid. Ik kan me erop verheugen.
Toch roept kerst bij mij soms ook een dubbel gevoel op. Want hoe erg is het dat God, toen Hij zag dat wij onszelf niet uit het moeras van onze onmacht konden trekken, besloot om dan zelf maar in actie te komen om de wereld te redden. En dat op een manier die buiten alle menselijk logica ligt, namelijk door zich tot ons te vernederen, en het dierbaarste wat Hij heeft weg te geven. Iemand noemde Kerst eens de ultieme greep van God naar de aarde. God werd mens in een wereld verloren in schuld. Het vieren van de overwinning op de dood met Pasen lijkt dan soms meer reden tot feest te zijn dan bij wat er met Kerst gebeurde. Kerst is ingrijpend en aangrijpend. En toch jubelden de engelen Gods eer daar in de Renderklippen van Bethlehem. Feest!
Nu, hier, zijn wij in veel opzichten in de greep van die wereld verloren in schuld. Er is natuurlijk meer dan een ellendige griep met zorgen over gezondheid en economie. Er is zorg en angst over wat er kan gebeuren in het spel van wereldmachten, in de bedreigingen van het milieu, de toenemende verharding in de samenleving, de dreiging van terreur, de groeiende afkeer van alles wat godsdienst is, enzovoorts. Natuurlijk: er zijn ook lichtpunten, we kunnen nog veel zegeningen tellen. Het is nog steeds Gods schepping waarin wonderlijk mooie dingen gebeuren en te zien zijn, ver weg, of dichtbij. Maar in onze verwende westelijke wereld lijkt het toekomstbeeld voorlopig wel heel erg somber.
Misschien is dit alles nou net een extra reden om uit te zien naar Kerst. Om echt Advent te beleven en te vieren. De boodschap is dat Gods Zoon door onze schema’s heenbreekt, hoop geeft, uitzicht en perspectief biedt door de grote belofte die de kern van Advent is. Eens zal alles nieuw worden. Een geloofswoord dat niet alleen als troost bij een begrafenis hoeft te worden gesproken, maar ook in crisistijd. Hoe het ook zal gaan, wat er ook gebeurt, we mogen aan de beloften van God vasthouden, door alles heen. Er is geen alternatief, het is het enige vaccin dat ons redt.
We weten het van elkaar: dit zijn grote woorden van kleine mensen. En wat kan het zwaar zijn je daaraan vast te willen houden als het stormt. Als je ernstig ziek bent, als je je geliefde moet loslaten, of wanneer je naar het einde verlangt. Maar laten we die woorden van hoop en belofte delen, elkaar erin herkennen, elkaar ermee bemoedigen, er samen uit leven. Advent: licht in de duisternis, ook al zien we het niet altijd. Er is een onveranderde belofte: Gods nieuwe werkelijkheid is komende.
Ton van Leijen